De Rothschilds van de beurs af en weer in familiehanden
Het meest beschreven item over familiebedrijven is misschien wel hun streven naar continuïteit. Geen shareholdersvalue maar heritage. Familiebedrijven zijn intrinsiek gemotiveerd om hun bedrijf over te dragen aan een volgende generatie. Misschien wel het bekendste en spraakmakendste familiebedrijf is het Franse bankiershuis De Rothschilds. “If i were a Rothschild’ zong de dichter Solem Aleichem, later door de musical Fiddler on the Roof vertaald naar “If i were a rich man.” En rich zijn ze.
In 1744 richtte Mayer Amschel Rothschild de bank op in het Joodse getto van Frankfurt, ook toen al een financieel knooppunt in Europa. Een bekend, en volgens sommigen dubieus, verhaal gaat over de Slag van Waterloo. Nathan Rothschild zou als eerste op de hoogte zijn van de uitkomst en met die voorkennis zijn slag slaan op de beurs in Londen. Dit was niet heet laatste gerucht dat over de succesvolle familie de ronde zou doen. Hun financieel imperium groeide uit in Londen, Parijs, Wenen en Napels. Spraakmakend waren hun landerijen, wijnen, kunstcollecties en soms wat extravagante levensstijl. Antisemitische roddel- en lastercampagnes waren vaak hun deel. Nog niet zo lang geleden stuurde ene Thierry Baudet een tweet rond waarin stond dat de Rothschilds na het verdwijnen van Assad de nationale bank van Syrië zou willen worden. Ach, Thierry. Het Franse Banque Rothschild, dat in 1812 werd opgericht door James de Rothschild, wordt in 1982 genationaliseerd door de Franse overheid. In 1983 begint David de Rothschild opnieuw in Frankrijk, met een overname van het beursgenoteerde bedrijf Paris Orléans. Inmiddels heeft de familie het bedrijf weer van de beurs gehaald. Volgens een bankier die Rothschild & Co kent en anoniem wil blijven, heeft de familie drie duidelijke redenen om het bedrijf van de beurs te halen. 'Ten eerste is de bank ruim gefinancierd', zegt hij. 'Banken zijn vooral druk met het uitkeren van dividend en het terugkopen van eigen aandelen. Het ziet er niet naar uit dat ze ooit nog een beroep moeten doen op de aandelenbeurs, om vers kapitaal op te halen. Ze hebben dat geld van particuliere beleggers helemaal niet nodig. Dan vraag je je af wat de toegevoegde waarde is van een notering.' Bovendien, zo vervolgt hij, hebben ze te maken met een lage waardering, een koerswinstverhouding (de aandelenkoers van een aandeel, gedeeld door de winst per aandeel) van nog geen zes. 'Dat vinden ze irritant, frustrerend zelfs.' Daarbij zouden de Rothschilds niet meer afhankelijk willen zijn van de grillen van de markt of onberekenbare investeerders. 'Een buitenlandse investeerder kan bij deze lage aandelenkoers zomaar 10% of 20% van de bank kopen en zich dan met de gang van zaken willen bemoeien. Daar zitten ze niet op te wachten.'
'Banken zijn vooral druk met het uitkeren van dividend en het terugkopen van eigen aandelen. Het ziet er niet naar uit dat ze ooit nog een beroep moeten doen op de aandelenbeurs, om vers kapitaal op te halen. Ze hebben dat geld van particuliere beleggers helemaal niet nodig. Dan vraag je je af wat de toegevoegde waarde is van een notering.'
Familiebedrijven
Het lijstje deelnemende investeerders leest als een wie-is-wie van de Franse zakenelite. Een van de belangrijkste nieuwe investeerders is de Peugeot-familie, van het gelijknamige autobedrijf. Mousse Partners is ook aangesloten. Dit is het family office van de broers Alain en Gerard Wertheimer, vooral bekend als de eigenaren van Chanel. Dan is er nog Martin Maurel van het gelijknamige Franse family office en de Italiaanse ondernemer Giammaria Giuliani, die onder meer een belang heeft van 5% in Royalty Pharma, wereldwijd de grootste eigenaar van royalty's van medicijnen. Verder doet Hannah Rothschild mee, van de Britse familietak. Zij is zakenvrouw, filantroop, documentairemaker en kinderboekenschrijver.