Het draait om vertrouwen
Hoe regel je een goede opvolging van je familiebedrijf? Daar zijn al boekenkasten vol over geschreven. Adviseurs, bankiers, accountants en coaches staan vaak te trappelen om dit delicate proces te begeleiden. Oeds Van der Woude, tweede generatie eigenaar Bouwbedrijf Van der Woude, regelde zijn opvolging nuchter en met veel oog voor de toekomst.
Op zijn 62ste jaar zag hij aankomen dat er bij hem, noch bij zijn broer Bert (mede-eigenaar) een derde generatie ondernemers aan zat te komen. “Dan moet je op tijd schakelen zodat je zelf de regie houdt. Wij wilden per se dat de continuïteit en de werkgelegenheid voorop blijven staan.” Als er in de familie geen opvolging is te vinden moet je uitwijken naar derden. Oeds was dit proces nog maar amper aan het uitstippelen of ‘bij toeval’ meldde zich al een kandidaat: Erwin Faber. Oeds: “Via onze accountant kwamen we in contact met bedrijfsmakelaar Andre Everts en zijn compagnon Leon Kooijker. Hun kenden iemand die op zoek was naar een geschikt bouwbedrijf om te kopen: Erwin Faber. Zo is het balletje gaan rollen. Erwin wilde liefst geen ‘gigant’ maar een degelijk en vakkundig familiebedrijf met veel know how en betrokkenheid. Even later werd Faber voorgesteld aan Oeds Van der Woude en er was meteen een klik. Faber: ”Er was niet eens een memorandum of documentatie. Maar wel een goed gevoel. Dat is toch het allerbelangrijkst. Het gaat om vertrouwen. Dat Oeds zijn bedrijf bij mij in goede handen is. Want daar komt het toch op neer. Je kunt alles regelen op papier, maar het gaat om mensen. Chemie.“ Faber (47) heeft een indrukwekkende mooie staat van dienst opgebouwd in diverse management- en directiefuncties binnen de bouwbranche. De wens om ooit iets voor zichzelf te hebben achtervolgde hem al langer. ”Dan kun je echt iets neerzetten. Het is toch anders, veel leuker, als je er met je eigen geld in zit dan voor een ander.” En zo geschiedde. Bouwbedrijf Van der Woude werd in 1975 opgericht door de vader van Oeds, Marten Van der Woude. In het begin was er nog sprake van een driekoppige leiding waaronder de later beroemde geworden Dick Wessels. Marten stond bekend als een vakman. Een timmerman die vaak geprezen werd om zijn vakmanschap. In die tijd was een goede staat van dienst genoeg om aan steeds meer werk te komen. Van marketing had toen nog niemand gehoord. Het bedrijf groeide en realiseerde fraaie projecten. In 1980 volde er een verhuizing naar Wolvega waar een heus hoofdkantoor gebouwd werd. Inmiddels gaf het bedrijf werk aan 40-50 mensen. De vakman Marten Van der Woude was zijn tijd vooruit. Als één van de eerste in Nederland begon hij met houtskeletbouw. Het bedrijf zou hierin uitgroeien tot een ware specialist. Om de groei bij te benen werd er een werkplaats in Heerenveen gebouwd. Op hoogtijdagen bood het bedrijf werkgelegenheid aan 100 medewerkers. Houtskelet bleek een voltreffer. Op dat moment had de nog jonge Oeds Van der Woude andere plannen met zijn leven. Als kersverse boekhouder na zijn MAVO tijd koos hij in eerste instantie defensie als broodheer bij de mariniers. Toch kon hij de lokroep van het familiebedrijf niet weerstaan en ging op een gegeven moment bij zijn vader werken. Samen met zijn broer Bert zetten zij de schouders eronder. Bert als man van de werkvloer, Oeds in het begin meer als kantoorman. Maar in de avonduren schoolde hij zich om als aspirant gezel timmerman. En jawel hoor, de appel viel uiteindelijk vlak naast de boom. Oeds trad in de voetsporen van zijn vader en bleek een voortreffelijk timmerman. “Bij ons thuis ging het bedrijf altijd voor. Werken was mijn vader zijn lust en zijn leven. Hij is hier tot zijn 80ste jaar bezig gebleven. Wat ik bijzonder aan hem waardeerde is dat hij mij vrij liet in mijn ondernemerskeuzes. We dachten soms verschillend, maar hij liet me wel mijn gang gaan. Zo geloofde ik heel sterk in automatiseren. Houskeletbouw is een snellere bouwmethode dan traditioneel, maar die voorsprong moet je wel bewaken. Met automatisering kon en kan dat.” Erwin Faber vult aan: “Dat is wel mooi, die vrijheid in een volgende ‘generatie’ bestaat er ook tussen Oeds en mij. Natuurlijk zijn er nu ook weer zaken waar ik anders over denk dan Oeds. Dat is normaal. Daar praten we ook goed over met elkaar. Maar uiteindelijk zegt Oeds altijd” Als jij denkt dat je het zo moet doen, moet je dat gewoon doen, ook al denk ik er anders over.”