Kwaliteit als traditie - al sinds 1886 -

De geschiedenis van Bouwbedrijf Van Gijsel gaat terug tot de negentiende eeuw. Om precies te zijn tot 1886. In dat jaar startte Hubertus van Gijsel, geboren 27 oktober 1859, zijn onderneming. Veel meer dan dit simpele feit is er niet meer bekend. Wel dat de mogelijkheden en middelen toen heel anders waren dan tegenwoordig. Werken gebeurde voornamelijk met de hand.

Van zaagmachines had toen nog niemand gehoord. Grondlegger Hubertus droeg het stokje over in 1927 aan zoon Fons die samen met zijn broer Franciscus het bedrijf voortzetten. De mannen loodsen het bedrijf door de crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Een niet geringe prestatie! In 1955 gaat Fons alleen verder nadat zijn broer is uitgetreden. Inmiddels dient de derde generatie zich aan. In 1963 neemt Fons zijn zoon Jan, (geboren 22 april 1935), het roer over, samen met broer Frans. Wederom twee kapiteins op het schip, wat wonderwel goed gaat. De werkzaamheden van het bouwbedrijf waren niet veel anders dan tegenwoordig. Het nieuwbouwen, renoveren en aanbouwen van woningen en gebouwen (kerken, scholen). Timmer- en metselwerk deden de broers zelf, andere disciplines werden, en worden, gedaan door onderaannemers. De huidige directeur Rob van Gijsel, zoon van Jan, werkte lang met zijn vader Jan, die tot op hoge leeftijd actief bleef. Wat leerde hij van de vorige generatie? Rob: ’s Avonds een vent, ’s morgens een vent. Zorgen dat je altijd de eerste bent om alles klaar te zetten en voor te bereiden en de laatste die naar huis gaat om het hek dicht te doen.” En ook: “Solide financieel beleid. Zoveel als mogelijk werken met eigen geld en als je een mooie auto koopt betaal je die zelf. Niks leasen.” In 1994 krijgt Rob van Gijsel het heft zelf in handen. Vader Jan bemoeit zich van dan af aan steeds minder tot helemaal niet meer met de bedrijfsvoering. Hij blijft wel ‘werken’. Lekker zelf houten tafels timmeren, bestellingen wegbrengen met de vrachtwagen en kachelhout zagen. De jonge ondernemer Rob van Gijsel voerde wel veranderingen door. “Mijn vader was echt nog van het analoge tijdperk. Ik heb gelijk veel geïnvesteerd in digitalisering. Dat zorgt voor overzicht en efficiency. Het leuke is, nu ik zelf van een bepaalde leeftijd ben geworden (Rob is 53 jaar, red.) zie ik dat mijn zoon Robin ook weer vindt dat ik met digitalisering stil ben blijven staan en gaat hij weer veel verder met automatisering.” Zo zien we een bouwbedrijf dat door de jaren heen, beter gezegd door de eeuwen heen, steeds op tijd vernieuwde met behoud van het goede. Want wat nooit veranderde is de insteek om ambachtelijk en traditioneel bouwwerk te laten prevaleren boven seriematig of eentonig werk. Ze maken alles. Van een enkel wc-raampje tot een luxe villa, van een schoolgebouw tot een kerk, van nieuwbouw tot renovatie en van particulier werk tot utiliteit. Maar hoe verschillend ook, wat al dat werk gemeen heeft is ambachtelijke en traditionele kwaliteit. Natuurlijk, er wordt heus weleens een dakkapelletje prefab gemaakt, maar uitgangspunt is maatwerk. Vaak genoeg wordt er gewerkt aan bouwwerken die vorige generaties hebben gemaakt. Neem de Sint Jozef kerk in Haghorst die gebouwd werd door opa Fons, verbouwd door zoon Jan en gerenoveerd door de huidige directeur Rob van Gijsel. Niet zonder trots geeft hij even een rondleiding door de bedrijfsaccommodatie aan de verslaggever. Grote opslaghallen, werkplaatsen en parkeerterrein. Bij elkaar al gauw 3000 vierkante meters. Alles ‘eigen’. Zoals vernuftige kraansystemen om het werk op de werkvloer lichter te maken. Aan het eind van de tour belanden we weer in de spreekruimte. Hier gaan we zitten op prachtige eikenhouten stoelen die opa Fons zelf ooit gemaakt heeft, aan een even oude eiken tafel met daarachter een houten secretaire uit een gerenoveerde weverswoning in Tilburg. Wat goed is gaat nooit verloren.